Cao-onderhandelingen en stakingen

Cao-onderhandelingen en stakingen

Wat is een cao en waarom is het financieel relevant?

In Nederland worden arbeidsvoorwaarden in veel sectoren niet individueel maar collectief vastgelegd. Dat gebeurt in zogenoemde cao’s (collectieve arbeidsovereenkomsten) die worden afgesloten tussen werkgevers of werkgeversorganisaties en vakbonden. Een cao regelt onder meer het salaris, werktijden, toeslagen, pensioenopbouw en vergoedingen voor werknemers. Vooral in sectoren met grote en essentiële werkgevers, zoals het openbaar vervoer, speelt de uitkomst van cao-onderhandelingen een belangrijke rol voor de continuïteit van diensten én de financiële situatie van het bedrijf zelf. Wanneer cao-onderhandelingen vastlopen, zoals recentelijk bij de NS, wordt dat niet alleen voelbaar op perrons en stations, maar ook in de boeken.

De eisen van het personeel tegenover het aanbod van NS

Bij de cao-onderhandelingen in 2025 tussen de Nederlandse Spoorwegen en de bonden, waaronder FNV en CNV, werd al snel duidelijk dat de verschillen groot waren. De vakbonden eisten een loonsverhoging van 6 procent om het koopkrachtverlies als gevolg van de inflatie te compenseren. Daarnaast wilden ze onder meer een eenmalige toelage van €120 en verbeterde regelingen voor medewerkers in nachtdiensten en roosterdiensten. De NS bood aanvankelijk slechts 2,55 procent per maart 2025, met een aanvullend voorstel van 3,25 procent en nog eens 2,75 procent in het daaropvolgende jaar. Dat leek een concessie, maar door de spreiding over twee jaar bleef het reële verschil aanzienlijk.

De financiële impact van een cao bij een bedrijf als NS

Financieel gezien zijn zulke verschillen allesbehalve abstract. De loonsom van een bedrijf als NS, met circa 20.000 medewerkers, loopt in de miljarden per jaar. Een verhoging van 6 procent betekent een structurele lastenverzwaring van minstens €150 miljoen per jaar. Daarbovenop komen de incidentele uitkeringen en de kosten van voorgestelde roostermaatregelen, zoals extra personeel voor werkdrukverlichting of vervangingsregelingen bij onregelmatige diensten. Dit zet druk op de begroting van een onderneming die deels afhankelijk is van overheidsbijdragen en concessie-inkomsten, terwijl reizigersaantallen nog niet volledig hersteld zijn na de pandemie.

Stakingsdagen als boekhoudkundige schadepost

Toen de onderhandelingen vastliepen, kozen de bonden voor een reeks stakingen in juni, waaronder een landelijke werkonderbreking op 17 juni. Op zulke dagen ligt een groot deel van het treinverkeer plat, zeker wanneer regio’s met belangrijke knooppunten zoals Utrecht staken. De directe schade is fors: miljoenen aan misgelopen ticketinkomsten, terugbetalingen aan reizigers, verstoorde dienstregelingen en extra communicatiekosten. Maar ook de indirecte schade telt mee, zoals reputatieverlies, afname van vertrouwen bij vaste klanten en het risico dat reizigers alternatieven zoeken. Vanuit financieel oogpunt is het voor de NS dus telkens de afweging: doorbetalen en verliezen bij stakingen, of structureel hogere loonkosten accepteren.

Een cao als financiële evenwichtsoefening

Wat deze situatie laat zien is dat cao-onderhandelingen veel verder reiken dan het loonstrookje van de gemiddelde werknemer. Ze raken aan de financiële houdbaarheid van publieke diensten, de relatie tussen overheid en vervoerder, en de continuïteit van de dienstregeling waar dagelijks honderdduizenden mensen van afhankelijk zijn. Een cao moet niet alleen recht doen aan het werk van het personeel, maar ook financieel uitvoerbaar zijn binnen de marges van het bedrijf. De inzet van vakbonden, de rek van de begroting en de bereidheid tot compromis bepalen samen of het spoor blijft rijden of dat alle treinen tot stilstand komen.

Cao-onderhandelingen en stakingen

  • Gepubliceerd: 17th Jun 2025